Ten tijde van de Smeerenburg expedities (1980-83) zijn Nederlandse grafvelden op Zeeuwse Uitkijk onderzocht. De 17de eeuwse walvisvaarders
lagen in de permafrost en kleren en haren waren vaak intact. Dat heeft gezorgd voor een unieke collectie werkmankleren uit de 17de eeuw. Bijzonder was
dat ze eigenlijk gewone Nederlandse kleren droegen in de koude hier op Spitsbergen. Vooraf aan de opgravingen was afgesproken dat de helft van de vondsten voor Noorwegen zou zijn en de andere helft voor Nederland. In het vernieuwde Rijksmuseum is ook een prachtige collecte van wollen mutsen te zien. Maar er waren nog een aantal vondsten in Nederland, die terug moesten naar Spitsbergen. Vandaag hebben Margje en ik een wollen muts, broek en wat ander materiaal vanaf de Ortelius naar het depot gebracht. Daar werden de stukken meteen gecatalogiseerd en gefotografeerd.
|